Stap 1 toets in 000000 (fabrieksinstelling)
Stap 2 toets in ¡¥clr¡¦
Stap 3 toets eigen code in (maximaal 6 cijfers)
Stap 4 toets in ¡¥set¡¦
Let op!
Ø Nadat de code is ingevoerd is er een korte piep te horen, gevolgd door een lange piep. Dit geeft aan dat de code is ingesteld.
Ø Er mag niet langer dan 5 seconden tussen de invoer van de cijfers van de code zitten, omdat het systeem de invoer dan niet accepteert
- Er zijn twee manieren om het systeem te activeren:
Ø Druk op de ¡¥arm¡¦ toets van de afstandbediening.
Ø Druk op de ¡¥away¡¦ toets van de centrale.
- Als het systeem geactiveerd is zal er onmiddellijk een instelvertragingsperiode volgen, aangegeven door een piepsignaal gedurende 30 seconden.
- Als de insteltijd voorbij is zal er een lange piep volgen en zal de ¡¥actief ¡¥led gaan branden.
Let op!
Ø Gedurende de insteltijd zijn alle sensoren inactief.
Ø Indien u meer tijd nodig heeft het huis te verlaten dan de insteltijd (30 seconden), dan kunt u nogmaals de ¡¥arm¡¦ (handzender) of de ¡¥away¡¦ (centrale) intoetsen. De insteltijd zal dan worden verlengd.
- Als een van de sensoren ¡¥getriggerd¡¦ word, zal het systeem in alarmfase gaan.
- De centrale geeft een akoestisch signaal en zal de geprogrammeerde telefoonnummer(s) gaan bellen.
- Op de centrale geeft een led aan in welke zone en welk type sensor is ¡¥getriggerd¡¦.
Let op!
Ø De sensoren geprogrammeerd op zone 1zullen pas de alarmfase activeren na een vertragingsperiode van 30 seconden.
- De ¡¥aanwezig¡¦ stand zorgt ervoor dat alleen de deurcontacten geactiveerd worden, hierdoor kan niemand ongemerkt binnen komen, terwijl persoon die al binnen is vrij kan rondlopen. De infrarood sensoren worden niet geactiveerd.
- De aanwezig stand kan alleen geactiveerd worden als het systeem in rust is.
- De aanwezig stand kan geactiveerd worden door ¡¥home¡¦ op de afstandsbediening of de centrale te toetsen.
- Indien een deurschakelaar ¡¥getriggerd¡¦ word zal het systeem direct in alarmfase gaan.
- Er zijn twee manieren om het systeem uit te schakelen:
Ø Druk op de ¡¥disarm¡¦ toets van de afstand bediening.
Ø Op de centrale:
Stap 1 toets de code in .
Stap 2 druk de ¡¥#/OFF¡¦ toets in.
- Wanneer het systeem is uitgeschakeld hoort u tweemaal een piep en zal de ¡¥in rust¡¦ led gaan branden.
Let op!
Ø Het uitschakelen van het systeem heeft als gevolg dat de sirene (intern en/of extern) stopt en zal het
automatisch bellen beëindigen.
- Het systeem is voorzien van een alarmgeheugen functie. Indien een alarmfase heeft opgetreden zal de locatie en het type sensor op het display van de centrale aangegeven worden. Wanneer u het systeem uitschakelt zullen er, in plaats van de normale twee, vijf piepjes te horen zijn. De vijf piepjes zullen iedere keer als u op disarm drukt te horen zijn. Dit kunt u weer ¡¥resetten¡¦ door het alarmgeheugen te wissen.
- U kunt het alarmgeheugen als volgt wissen:
Ø Druk op de ¡¥clear¡¦ toets van de centrale.
Ø Door het alarm opnieuw te activeren.
Ø Met de handzender:
Druk tweemaal op de ¡¥panic¡¦ knop van de afstandbediening. (per keer minimaal 1 seconde, met een tussenpose van maximaal 3 seconde). De led van zone 3 zal nu oplichten om aan te geven dat het systeem zich in paniekfase bevindt, de centrale zal een akoestisch signaal geven en de geprogrammeerde telefoonnummers gaan bellen.
Ø Op de centrale:
Druk de 1 tegelijkertijd met de 3 in gedurende 3 seconden. De led van zone 4 zal nu oplichten om aan te geven dat het systeem zich in paniekfase bevindt, de centrale zal een akoestisch signaal geven en de geprogrammeerde telefoonnummers gaan bellen.
- Het stil alarm is als volgt in te schakelen:
Stap 1 toets de code in
Stap 2 toets ¡¥9 1 1¡¦
Stap 3 druk de ¡¥OFF¡¦ in
- De centrale zal direct de geprogrammeerde telefoonnummers gaan bellen. Er zal geen akoestisch signaal volgen, ook zal er geen led gaan branden.
- De centrale kan in totaal 6 telefoonnummers opslaan.
Het
opslaan van de telefoonnummers gaat als volgt:
Stap 1 Druk op de ¡¥set¡¦ toets van de centrale.
Stap 2 Toets het nummer in waaronder het telefoon nummer moet worden opgeslagen (bijv. het telefoonnummer wat als eerste gebeld moet worden, word opgeslagen onder nummer ¡¥1¡¦).
Stap 3 Toets het telefoonnummer in.
Stap 4 Druk op de ¡¥set¡¦ toets.
Het
overschrijven van geprogrammeerde
telefoonnummers gaat als volgt:
Ø Wanneer u een telefoonnummer wilt vervangen voor een ander telefoonnummer dan volgt u dezelfde stappen als bij het opslaan van telefoonnummers. Het laatst geprogrammeerde telefoonnummer wordt automatisch opgeslagen en het voorgaande nummer vervalt.
Het wissen van geprogrammeerde telefoonnummers gaat als volgt:
Stap 1 Druk op de ¡¥set¡¦ toets
Stap 2 Toets het te wissen nummer in (¡¥1¡¦, ¡¥2,¡¦, etc.)
Stap 3 Druk op de ¡¥clear¡¦ toets
Let op!
Ø Deze volgorden zijn noodzakelijk voor het systeem om de juiste boodschap door te geven.
- Het systeem biedt de mogelijkheid om tot drie verschillende boodschappen van maximaal 20seconden op te nemen (brand, inbraak en paniek/noodgeval).
- Indien u drie verschillende boodschappen op wilt nemen worden deze als volgt genummerd:
Ø Boodschap nummer 1: Brand alarm
Ø Boodschap nummer 2 : Inbraak alarm
Ø Boodschap nummer 3 : Paniek alarm
Indien u twee verschillende boodschappen op wilt nemen worden deze als volgt genummerd:
Ø Boodschap nummer 1 : Brand alarm en paniek alarm
Ø Boodschap nummer 2 : Inbraak alarm
Alvorens u de boodschap op wilt gaan nemen, dient u ervoor te zorgen dat het systeem uitgeschakeld is.
Stap 1 Druk op de ¡¥set¡¦ toets
Stap 2 Druk op de ¡¥*/test¡¦ toets
Stap 3 Druk op toets ¡¦ 1, 2 of 3¡¦ (afhankelijk van de boodschap)
Stap 4 Druk op de ¡¥set¡¦ toets, er volgt nu een lange pieptoon
Stap 5 Spreek nu uw boodschap in (max. 20 sec.)
Stap 6 Druk op de ¡¥off¡¦ toets om de opname te stoppen
Let op!
Ø Als bij stap 4 een korte pieptoon te horen is, in plaats van een lange, dan geeft dit aan dat er al een boodschap is opgenomen. Om een nieuwe boodschap op te nemen moet de oude eerst gewist worden.
Het wissen van de boodschappen gaat als volgt:
Stap 1 Druk op de ¡¥set¡¦ toets
Stap 2 Druk op de ¡¦*/test¡¦ toets
Stap 3 Druk op de ¡¥clr¡¦ toets
Let op!
Ø Alle opgenomen boodschappen zullen hierdoor gewist worden!
Om de opgenomen boodschappen te controleren moet het systeem in de test fase staan (zie testfase).
Stap 1 Toets het wachtwoord in
Stap 2 Druk op de ¡¥*/test ¡¥ toets; het systeem bevind zich nu in de test fase.
Stap 3 Druk op de ¡¥0¡¦
Stap 4 Druk op de ¡¥*/test¡¦toets; het systeem zal nu de opgenomen boodschappen afspelen (in de volgorde 1-2-3)
- Door op de ¡¥clr¡¦ toets te drukken word het afspelen gestopt.